Is deze nieuwsbrief niet goed leesbaar? Bekijk deze dan hier in uw browser.  
   
 
 

Nieuwsbrief van de afdeling Tuchtzaken van SKJ met een opsomming van alle uitspraken van de afgelopen tijd. Uitspraken waaruit een maatregel is voortgekomen worden extra belicht. Van bijzondere tuchtzaken komen er zogenaamde annotaties.

 
 

Nummer 1 - maart 2018

Deze nieuwsbrief mag worden verspreid bv via social media. Wilt u de nieuwsbrief van de SKJ Tuchtafdeling ook ontvangen? Stuur dan een mail naar webmaster@skjeugd.nl. Dit graag onder vermelding van ‘Nieuwsbrief SKJ Tuchtafdeling’.

-----

Klacht over een jeugdprofessional die werkzaam is bij het Centrum voor Jeugd en Gezin, en klaagster en de minderjarige heeft begeleid in het zoeken naar de juiste hulp. Beklaagde heeft onvoldoende de regie genomen en zonder toestemming privacygevoelige in

Zaak 17.023Tc: klachtonderdelen I, II en IV gegrond, klachtonderdeel III deels gegrond. Het college legt een waarschuwing op.

Klaagster heeft over de jeugdprofessional een aantal klachtonderdelen ingediend. Beklaagde heeft zich gedurende het gehele traject nalatig getoond, waardoor er een verkeerde indicatie is afgegeven voor de dagbesteding van de minderjarige. Het College stelt vast dat bij de besluitvorming omtrent de dagbesteding voor de minderjarige meerdere partijen betrokken zijn geweest, die elk op hun beurt zijn uitgegaan van aannames en veronderstellingen. Zoals beklaagde heeft erkend, was het aan haar hierin de regie te nemen. Voor zover zij dat heeft nagelaten, had beklaagde hier zorgvuldiger te werk moeten gaan. Uit het overhaaste organiseren van de vergadering, spreekt volgens het College de wil om in het belang van de minderjarige de zaak snel weer in goede banen te leiden, maar het was zorgvuldig geweest om klaagster vooraf over het geplande overleg te informeren en/of daarvoor uit te nodigen. Dat zij dit heeft nagelaten, acht het College evenwel niet van die orde dat haar ter zake een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Te meer nu beklaagde het zichzelf kwalijk neemt dat zij daarbij de stap van overleg met klaagster heeft overgeslagen. Ten aanzien van het laatste klachtonderdeel acht het College de privacyregels van de Jeugdwet op deze situatie van toepassing. Het College oordeelt dat voor zover beklaagde niet vooraf met klaagster heeft afgestemd welke informatie zij met wie zou gaan delen, zij in strijd heeft gehandeld met artikel 7.3.11 van de Jeugdwet. Volgens het College is school niet aan te merken als rechtstreeks betrokkene bij de jeugdhulpverlening. Beklaagde had derhalve de verplichting eerst toestemming aan minderjarige en klaagster te vragen.

>>>>>>>>>

-----

Klacht over een pleegzorgwerker. Er is onvoldoende met klagers afgestemd over de zienswijze met betrekking tot terugplaatsing van de minderjarigen en daarmee is het vertrouwen in de jeugdzorg geschonden. Bovendien was de aard van de rapportage onduidelijk

Zaak 17.053Ta: klachtonderdeel I gedeeltelijk gegrond, klachtonderdelen II en IV ongegrond, klagers niet-ontvankelijk in het eerste deel van klacht III, en het tweede deel van de klacht ongegrond. Het college legt een waarschuwing op.

Klagers hebben over de pleegzorgwerker vier klachtonderdelen ingediend. De pleegzorgwerker doet uitspraken over klagers en de minderjarige, terwijl zij niet inzichtelijk maakt hoe zij aan deze informatie is gekomen. Nimmer is zij met de klagers in gesprek gegaan. Een rapport (zienswijze) moet controleerbaar zijn. Voorts heeft beklaagde, zonder overleg met de gedragswetenschapper en jeugdbeschermer, met een van de minderjarigen een brief geschreven aan de rechtbank, waarin zijn mening over terugplaatsing staat beschreven. Beklaagde heeft niet ingegrepen toen er vanaf juni 2013 aanwijzingen waren voor kindermishandeling en tot slot heeft beklaagde opzettelijk een onjuiste voorstelling van zaken gegeven in het verlengingsverzoek van de ondertoezichtstelling.

Niet is komen vast te staan dat in de zienswijze door beklaagde onjuiste informatie is opgenomen. Het beeld van beklaagde staat haaks op dat van de jeugdbeschermer, maar dat heeft te maken met de context van waaruit de casus beroepsmatig is beschouwd. Beklaagde heeft de zienswijze terecht weergegeven vanuit de minderjarigen en de pleegouders, waar zij contact mee had. Het College is wel van oordeel dat beklaagde met de manier waarop zij de zienswijze heeft opgesteld onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld. Tot slot betreurt het College dat beklaagde klagers door tijdgebrek niet heeft geïnformeerd over haar oordeel over terugplaatsing van de minderjarigen in deze zienswijze, terwijl klagers het wettelijk gezag over de minderjarigen hebben. Ten aanzien van de brief overweegt het College dat het zorgvuldiger was geweest als beklaagde de jeugdbeschermer, die in dit proces de regievoerder is, had geïnformeerd over het verzoek van de rechter en de bewuste brief. Zij heeft echter na overleg met de gedragswetenschapper besloten om als meest vertrouwde persoon voor de minderjarige naast hem te zitten. Daarmee heeft beklaagde de minderjarige juist ook tot zijn recht laten komen. Het College vindt dat dit zwaarder weegt dan het gegeven dat zij de jeugdbeschermer niet heeft geïnformeerd. Ten aanzien van het derde klachtonderdeel over kindermishandeling verklaart het College klagers niet-ontvankelijk. Met betrekking tot het vierde klachtonderdeel heeft et College vastgesteld dat beklaagde onweersproken heeft verklaard dat zij het verlengingsverzoek voor de ondertoezichtstelling niet heeft geschreven, omdat zij op dat moment met zwangerschapsverlof was.

>>>>>>>>

-----

Klacht tegen maatschappelijk werkster met name over de verslaglegging betreffende de hulpverlening die zij verleend heeft aan de moeder. Artikel D (vertrouwen), M (verslaglegging), O (samenwerking) en S (toetsing) van de Beroepscode voor de Jeugdzorgwerke

Zaak 17.038T: klachtonderdelen I, III, en IV tweede deel ongegrond. Klachtonderdelen IV eerste deel, V en VI gegrond. Klager in klachtonderdeel II niet-ontvankelijk. Het college legt een waarschuwing op.

Klager (de vader van de kinderen) heeft tegen de jeugdprofessional, die ambulante hulpverlening aan de moeder van de kinderen heeft verleend, zes klachtonderdelen ingediend. Met betrekking tot de verleende hulpverlening aan de moeder heeft beklaagde een verslag geschreven. Klager heeft onder meer zijn ongenoegen geuit over de gekozen formuleringen in het verslag. Klachtonderdeel IV, eerste deel, betreffende (de formuleringen in) het verslag, wordt gegrond verklaard. Het wordt beklaagde aangerekend dat zij gepoogd heeft een verslag op te stellen, wat in meerdere opzichten niet voldoet aan de eisen waar een verslag aan zou moeten voldoen. Ook zijn sommige formuleringen in het verslag onzorgvuldig gekozen (schending artikel D, vertrouwen in de jeugdzorg, en M, verslaglegging/dossiervorming, van de beroepscode). Ook klachtonderdelen V en VI worden gegrond verklaard. Beklaagde heeft onvoldoende de consequenties van het gezinssysteem overzien, zij had tenminste de mogelijkheid in overweging moeten nemen om het schrijven in een (multidisciplinair) overleg in te brengen, om zodoende haar formuleringen alsook de consequenties voor het gezin met een (of meerdere) collega(’s) te bespreken (schending artikel O, beroepsuitoefening en samenwerking, en artikel S, collegiale toetsing en beroepsethische reflectie, van de beroepscode). Tot slot had beklaagde zich kunnen en ook moeten bedenken dat zij met het opstellen van het schrijven het vertrouwen van klager in de jeugdzorg zou schaden (schending artikel D, vertrouwen in de jeugdzorg).

Het College ziet aanleiding om te volstaan met het opleggen van de maatregel van waarschuwing aan beklaagde omdat het verwijtbare handelen slechts betrekking heeft gehad op beperkt handelen, namelijk één opgesteld document.

>>>>>>>>

-----

Klacht tegen een jeugdprofessional over het onzorgvuldig handelen bij het nemen van een beslissing om een zorgmelding te doen bij de GI. Artikel G en het algemene uitgangspunt van gedeelde besluitvorming uit de richtlijnen Jeugdhulp zijn geschonden.

Zaak 17.078T: klachtonderdelen I, II, III, IV ongegrond; klachtonderdeel V gegrond. Het college legt een waarschuwing op.

Let op: In deze zaak is beroep ingesteld. De procedure bij het College van Beroep loopt nog.

Klaagster heeft tegen de jeugdprofessional die betrokken is geweest in het drangkader één kernklacht ingediend, waaruit vijf concrete klachtonderdelen voortvloeien. De kern van de klacht is dat beklaagde onzorgvuldig heeft gehandeld bij haar beslissing om een zorgmelding te doen bij de GI. In de eerste twee klachtonderdelen volgt het College de stelling van klaagster niet. Bij het derde klachtonderdeel oordeelt het College met klaagster dat in het dossier wel alle mogelijke risicofactoren in kaart zijn gebracht, maar dat deze niet zijn vertaald in concrete risico’s en afgezet tegen de beschermende factoren. Het ontbreken van documenten was echter het gevolg van werkafspraken tussen verschillende betrokken instanties en valt beklaagde onder deze omstandigheden niet te verwijten. Ten aanzien van het vierde klachtonderdeel oordeelt het College dat er sprake is geweest van een visieverschil tussen betrokken partijen. Het niet altijd meewerken van klaagster heeft ervoor gezorgd dat het beklaagde niet verweten kan worden dat er geen passend hulpaanbod is geweest. Tot slot acht het College het laatste klachtonderdeel gegrond. Het College stelt vast dat beklaagde klaagster niet vooraf heeft geïnformeerd over het besluit om het gezin van klaagster aan te melden bij een GI. Hoewel het College de zorgen van beklaagde over de mogelijke reactie van klaagster kan begrijpen, had dit beklaagde er niet van mogen weerhouden klaagster tijdig te informeren en mee te nemen in de besluitvorming. Het College acht het passend en geboden nu artikel G van de Beroepscode en het uitgangspunt gedeelde besluitvorming van de richtlijn Jeugdhulp zijn geschonden om een maatregel van een waarschuwing op te leggen.

>>>>>>>>

-----

Klacht tegen raadsonderzoeker over het opgestelde raadsrapport, het doorsturen van een e-mailbericht en de schijn van vooringenomenheid. Artikel D en artikel E van de Beroepscode voor de Jeugdzorgwerker geschonden.

Zaak 17.051T: klachtonderdelen I, II, III, IV en VII gegrond, klachtonderdelen V en VI ongegrond. Het college een maatregel van berisping op.

Let op: In deze zaak is beroep ingesteld. De procedure bij het College van Beroep loopt nog.

Klager heeft tegen de jeugdprofessional, die betrokken is geweest als raadsonderzoeker, zeven klachtonderdelen ingediend. Klachtonderdelen I tot en met III zien toe op het opgestelde raadsrapport, en worden gegrond verklaard. Het College is van oordeel dat het raadsrapport eenzijdig is opgesteld. Ook acht het College de klacht gegrond dat de vragen van de rechtbank niet volledig zijn beantwoord. Beklaagde heeft tot slot nagelaten de reactie van klager dan wel de strekking daarvan toe te voegen aan het definitieve raadsrapport. Klachtonderdeel IV gaat over het doorsturen van een e-mailbericht aan beklaagde naar moeder. Naar het oordeel van het College had beklaagde moeten inzien dat het niet gepast zou zijn wanneer zij de betreffende e-mail zou doorsturen aan moeder, zonder hierover met klager te communiceren. Tot slot oordeelt het College klachtonderdeel VII over de gewekte schijn van vooringenomenheid gegrond. Het College acht het de verantwoordelijkheid van beklaagde om zowel klager als moeder voldoende ruimte te geven om zijn of haar zienswijze in een rapport naar voren te brengen. In dit geval was slechts het verhaal van moeder in het raadsrapport opgenomen en ontbrak het zelfstandige verhaal van klager. Het College oordeelt dat beklaagde artikel D en E van de Beroepscode voor Jeugdzorgwerkers heeft geschonden, en acht het opleggen van een maatregel van een berisping passend en geboden. Zij weegt daarbij mee de ernst en de mate van verwijtbaarheid van het handelen alsmede de mate waarin gereflecteerd is door beklaagde.

>>>>>>>>

-----

Klacht tegen ambulant gezinsbehandelaar over onzorgvuldig handelen bij het tekenen van het nieuw opgestelde verkorte behandelplan. Artikel F (Informatie over de hulp- en dienstverlening) van de Beroepscode voor de Jeugdzorgwerker geschonden.

Zaak 17.083T: klacht gegrond, college ziet af van oplegging van een maatregel.

Klager heeft tegen de jeugdprofessional, die betrokken is geweest als ambulant gezinsbehandelaar, een klacht ingediend. Klager verwijt beklaagde dat hij heeft geprobeerd hem een handtekening te laten zetten onder het behandelplan dat klager tot driemaal toe geweigerd had te tekenen. Beklaagde erkent dat er sprake is geweest van een slordigheid, maar hij heeft klager nooit willen misleiden. Beklaagde heeft per ongeluk het handtekeningenblad van het oude behandelplan bij het nieuw opgestelde verkorte behandelplan gebruikt. Door het tekenen van dit handtekeningenblad zou beklaagde echter niet hebben getekend voor het oude behandelplan. Naar het oordeel van het College heeft beklaagde niet zorgvuldig gehandeld, hetgeen hij ook erkent. De klacht is gegrond. Ingevolge artikel F (Informatievoorziening over de hulp- en dienstverlening) had het op de weg van beklaagde gelegen om klager duidelijk te informeren over het document waaronder hij zijn handtekening zou zetten, zodat het voor klager duidelijk was wat de strekking zou zijn van het zetten van die handtekening.

Het College ziet af van oplegging van een maatregel, omdat het slechts gaat om eenmalig onzorgvuldig handelen, beklaagde zich direct heeft teruggetrokken als behandelaar en gereflecteerd heeft op zijn handelen.

>>>>>>>>

-----

Klacht tegen gezinsvoogd over de uitvoering van de ondertoezichtstelling en de bejegening richting klaagster. Artikel J (vertrouwelijkheid) van de Beroepscode voor de Jeugdzorgwerker geschonden.

Zaak 17.084T: klachtonderdelen I t/m VI ongegrond, klachtonderdeel VII gegrond. Het college ziet af van oplegging van een maatregel.

Let op: In deze zaak is beroep ingesteld. De procedure bij het College van Beroep loopt nog.

Klaagster (moeder van de minderjarige) heeft tegen de jeugdprofessional, die belast is met de uitvoering van de ondertoezichtstelling, zeven klachtonderdelen ingediend. De dochter van klaagster is tevens uithuisgeplaatst. Klaagster verwijt beklaagde het volgende: er wordt niet of nauwelijks op tijd gereageerd op berichten van klaagster, de dochter wordt in het ongewisse gelaten over de omgang met klaagster, bepaalde stellingname in rapportages wordt niet onderbouwd, klaagster wordt onterecht verweten dat zij een hulpverleningstraject heeft stopgezet, er wordt een verkeerde oorzaak van de positieve urinewaarden van klaagster benoemd en er is vertrouwelijke informatie van de dochter gedeeld met de ex-partner van klaagster (niet zijnde de vader van de dochter). Dit laatste klachtonderdeel wordt gegrond verklaard. Beklaagde heeft niet betwist dat zij contact opgenomen heeft met zowel de ex-partner alsook met zijn advocaat. Hetgeen besproken is, kan het College echter niet vaststellen nu partijen daarover van mening verschillen. Ondanks dat niet kan worden vastgesteld wat besproken is, is het College van oordeel dat het op de weg van beklaagde had gelegen toestemming te vragen aan klaagster, dan wel klaagster in te lichten, alvorens zij contact op zou nemen met voornoemde personen om zaken in relatie tot de dochter te bespreken (artikel J, vertrouwelijkheid, van de Beroepscode geschonden). Nu dit voorafgaand aan het contact niet gebeurd is, had beklaagde volgens het College klaagster nadien moeten informeren, schriftelijk of anderszins. Ook dit heeft beklaagde nagelaten.

Het College ziet af van oplegging van een maatregel, omdat de schending van de Beroepscode slechts ziet op beperkt handelen, waarvan het College voorts onvoldoende kan vaststellen wat in de contactmomenten is besproken. Tot slot heeft beklaagde ter zitting gereflecteerd op haar handelen. 

>>>>>>>>

-----

ALLE BESLISSINGEN LEZEN

Alle beslissingen

Alle beslissingen – dus ook degene waarbij geen maatregel is opgelegd - die door het College van Toezicht en College van Beroep zijn genomen zijn terug te lezen op:

https://skjeugd.nl/tuchtrecht/beslissingen

-----

Uw mening

Reageren op een opgelegde maatregel of wilt u uw mening in deze nieuwsbrief ook wel eens kwijt? Mail naar webmaster@skjeugd.nl

Wilt u zich aanmelden voor deze nieuwsbrief? Mail ook dan naar webmaster@skjeugd.nl.

Geen nieuwsbrief meer ontvangen? Klik hier om uit te schrijven